Blind Date – 50 jaar dansen in het donker

Vijf decennia, 50 jaar. Een eeuwigheid als je er voor staat. Een split-second als je terugkijkt. Onze relatie startte exact vandaag 50 jaar geleden – 10 april 1971. Tieners waren we, ons leven gekaapt door hormonen. We hadden geen idee wat, maar je zocht er wel naar. 

Wij puberden er flink op los. Waren lid van de lokale hormonen-sekte, met wekelijkse bijeenkomsten in de schuilkelders van de hervormde kerk in ons dorp. De kerksoos, zo heette dat officieel. Een neutrale naam, met licht-christelijke inslag, om de grijze volwassenen te sterken in hun geloof dat het wel zo goed zou komen met die ‘jeugd van tegenwoordig’. Ja, toen waren we nog jeugd, hadden we toekomst.

Wij gingen naar de soos om te kletsen, te tafeltenissen, muziek te horen, cola te drinken, al dan niet opgeleukt met heimelijke alcoholische druppels. En heel soms was er bier, mannenbier!
Dansen kon ook, een paar puistige pubers wierp zich op als DJ-team. Maar het kwam vaak niet van de vloer. Jongens en meisjes draalden om elkaar heen, clusters vriendinnen, groepjes vrienden, als Hoge-Lagedruk systemen op de weerkaart. Wie durfde wie te vragen? Het was een surplace in slowmotion, waarbij de opgebouwde spanning maar niet wilde ontladen.

Maar die 10e april, 1971, wilde de DJ-van-dienst de patstelling doorbreken. Hij sommeerde ons allen naar de dansruimte te komen. Het licht zou dimmen bij het eerstvolgende plaatje. De jongens moesten in het duister een meisje vragen. Op straffe van uitsluiting, verbanning uit de hormonen-sekte. (Waarschijnlijk verzin ik die strafmaatregelen achteraf, maar het voelde het wel zo.) Het was trouwens een verdoemd goed voorstel van de DJ. Zodra het licht dimde en de intro van het eerste plaatje klonk, maakte ik de – achteraf – levensbepalende keus. Niet op zicht, maar als een soort blind date. Ik liep op de dichtst bijzittende een vriendinnen-cluster af, vroeg haar te dansen.

De DJ had een drie-stappen-strategie. Het eerste plaatje was up-tempo, flink bewegen, doe maar gek, springen, swingen, dansen in het bijna donker, bewegende silhouetten, loskomen, opwarmen. 
Het tweede plaatje had een lagere beat, cooling-down, en het licht temperde meer. De onderlinge dansafstand verkleinde automatisch.
Het derde plaatje was een onvervalste slijp-plaat, slow-dansen. Het kon niet anders dan dat de dansende lijven elkaar opzochten, op zoek naar gedeelde cadans, opgejaagd door intuïtieve huid-op-huid honger (toen al).

Hormonen maakten overuren in het aftasten van de opties; zou het passen, kan er een klik zijn.  Alle zintuigen deden mee, behalve het gezicht, want nu was het licht uit. Je ruikt, je voelt, je ervaart elkaars motoriek, adem, hartslag.
Achteraf herken je de metafoor van een soort kabinetsformatie; de onderhandelingen om tot een pakket te komen, een coalitie.
Het licht gaat aan. Maar alles wat in drie dansnummers in het donker was ondervonden, afgetast, geconcludeerd…: de uitkomst stond vast, een coalitie diende zich aan. Tenzij de visuele informatie een krachtig tegenargument zou opleveren. Maar dat was niet aan de orde.

De coalitie houdt nu al meer dan 50 jaar stand. Met mooie avonturen, sporen, kinderen en kleinkinderen. Overvolle fotoboeken getuigen van de halve eeuw die omvloog. Natuurlijk was er onderweg gesteggel over het beleid, de keuzes, de rolverdeling en verantwoordelijkheden. Maar dat zijn, achteraf, de bermpaaltjes langs de route, stofjes op de spiegel. Een vertrouwenscrisis was en is er niet. Hooguit het gevoel, af en toe, dat je wel eens een spannend dansje zou willen. Wie niet? 

Dansen in het Donker… Na 50 jaar heb je dan een mooi boeket bij elkaar gespaard, á 40 eurocent per jaar.