Een wit voetje

Mijn voeten hebben een haat-liefde verhouding met mijn wandelschoenen. Die heb ik begin februari aangeschaft na een weloverwogen keuze en deskundig advies van de specialisten bij Starshoe (Voet Medisch Adviescentrum te Zoetermeer). De aanschaf was ‘nodig’ met het oog op onze wandelmissie voor dit jaar: de 4Daagse van Nijmegen. Nog nooit eerder gedaan. De eerste keer, en meteen de 100e editie. Nieuwe schoenen dus.

Maar: hoe goed voel je de nieuwe schoenen aan bij het passen en de eerste passen in de winkel? Nieuwe schoenen voelen per definitie als nieuwe schoenen: tikje stug, onwennig, al dan niet met vage drukpunten als indicatie van potentieel blaargevaar. Maar ja, als de schoen verder goed lijkt te zitten…

Je komt er pas achter of het klikt tussen jou, jouw voeten en je nieuwe schoenen door ze in te lopen. Als het goed is loopt de onwennigheid er dan uit, waarbij schoenen en voeten aan elkaar wennen; de schoenen gaan naar je voeten staan, en je voeten naar je schoenen. Kwestie van geven en nemen, net als in een goed lopend huwelijk: het moet van twee kanten komen, links en rechts.

De nieuwe schoenen zijn inmiddels twee maanden oud. Het inlopen, de wittebroodsweken, zijn voorbij. We hebben intussen ruim 150 kilometer kunnen wennen. En dat leek in de eerste vier-vijf weken goed te lukken, stap voor stap, beter en verder, zonder noemenswaardige klachten, en zeker géén blaren! De laatste weken gaat het juist wat minder. Ik loop er nu toch tegenaan dat de vermoede drukpunten, echte drukpunten zijn en blijven. Het probleem is mijn bovenmodaal brede wreef in combinatie met het wat al te losse verband (speling) tussen de  botjes, pezen e.d. in mijn innerlijke voet. Na een kilometer of 10 speelt het op: beknelling,  steken, alsof iemand een zenuw toucheert. Mogelijk door de toch te krappe behuizing.

Halfweg een 15 kilometer wandeling door het groengebied tussen Haastrecht en Stolwijk, moest ik de schoenen twee keer verstrikken om de voeten lucht, ruimte en doorstroming te bieden. Dat was voor mij de streep: tot hier en zo niet verder: zo zal ik geen vier dagen achter elkaar 30 kilometer halen. Mijn voeten en mijn schoenen hebben een relatiecrisis. Tijd voor relatietherapie.
Dus de stoute schoenen aangetrokken en naar Starshoe gereden (na telefonisch overleg). De adviseur nam de tijd om de klacht aan te horen en uit te leggen, hoe het zou kunnen werken. Zijn betoog instructief verduidelijkend met een voetskelet in de hand, het spreekwoordelijke witte voetje.

De therapie: de schoenen 24 uur gefixeerd in een martelconstructie om de binnenruimte op te rekken. Dat is – allicht – een eerste stap ter verbetering. En ter voorkoming dat  mijn voeten er net zo uit gaan zien – en rammelen – als dat educatieve witte voetje. Benieuwd…

(wordt vervolgd)