MuseumWandelen (2) – Van Gogh reünie

Dat schiet op: twee musea op één dag. Hoofddoel, op een druilerige woensdag: het Van Gogh Museum. Een special over de Japanse invloed op het werk van Vincent. Mooie opzet, duidelijke informatie/toelichting. En veel te genieten. Bezoekenswaard.

Het was voor ons een verdiepende kennismaking, deels ook feest der herkenning. In 2015 deden wij een eigen Van Gogh Camping Tour door Frankrijk. Geïnspireerd door een tv-serie met Jeroen Krabbé, reisden wij de laatste jaren van Vincents leven na, maar dan in omgekeerde volgorde. Begonnen bij zijn graf (of beter hun graf, want broer Theo rust er ook) in Auvers-sur-Oise, op 30 km van Parijs. Vandaar, naar Arles in Zuid-Frankrijk/Provence, waar hij veel van zijn bekendste werken creëerde. Hij schilderde impressies van de omgeving waar hij verbleef. Nog altijd herkenbare locaties, ook met dank aan de commercie die de waarde van een echte Van Gogh tot sterstatus heeft opgejaagd.

Overigens pas ná zijn trieste en te vroege (zelf?)dood (1890). Hij verkocht bij leven – volgens het vast wat geromantiseerde verhaal – slechts één werk, voor een appel en een ei. Breed had hij het dus niet, moeilijk wel. Hoe dan ook, Vincent kwam in ons leven.
We waren in dat voorjaar al een weekend in Mons (Belgie) geweest, waar hij zelfs nog even predikant zou zijn voor de mijnwerkers in de Borinage. Uit die periode en dat gebied dateren diverse werken, veelal zwart/wit schetsen en studies.

Nu, 2018, was ons eerste bezoek aan het Van Gogh Museum een feest der herkenning: ”Kijk, daar zijn we geweest, hebben we gezien!” Zoals De ‘Brug van L’Anglois.’, het beroemde ‘Café du Nuit’ in Arles, de velden nabij het psychiatrisch ziekenhuis in St Remy de Provence waar hij wegens manisch-depressieve klachten een tijdlang verbleef. De artistieke paradox: de lijdende kunstenaar en zijn steeds mooier wordende oeuvre.

Na onze Van Gogh reünie op het Musuemplein, ook bij de buren binnengestapt: het Rijksmuseum. Onze eerste keer, na de verbouwing. Even een quickscan, zien, voelen, ervaren, en natuurlijk een rondgang over de eregalerij met meesters als Vermeer, Hals, Hobbema en natuurlijk Rembrandt: dé Nachtwacht. Het is een tipje van de collectie. Wat een aanbod…

Hier zullen we zeker vaker binnenwandelen. Leve de Museumjaarkaart!

Wandelafstand: totaal 9,2 km met als vertrek/aankomst P&R Olympisch Stadion.

©

Wandelgangers, 2018